De Quaetclap: toelichting, transcriptie en register

Verklarende woordenlijst

« submenu

   Opgenomen zijn Latijnse termen, juridisch jargon, data van kerkelijke feestdagen en Oudnederlandse woorden of woorden met een sterk afwijkende betekenis. Ze staan zoveel mogelijk in de huidige spelling.
Zie voor niet opgenomen en niet in de transcriptie verklaarde woorden de historische woordenboeken op de site http://gtb.inl.nl.



'
’tgunt hetgeen


A
aam, ame
vloeistofmaat
aangeleyt aangelegd, begonnen (m.b.t. een juridische procedure)
aanzeggen ook: aantijgen, te laste leggen
aanslag ook: vijandelijke actie, verraad
aantellen een som geld in iemands tegenwoordigheid tellen en hem die in eigendom overgeven
aantimmeren bijbouwen
aardroering symbolische handeling bij gerechtelijke aanvaarding van een stuk grond, bestaande uit het uitsteken van een graszode
absolveren kwijtschelden (absolutie: kwijtschelding)
abundanti (Latijn) ex abundanti: ten overvloede
acceptant procureur acceptant: een procureur die in plaats van een andere – meestal overleden – procureur zich wil belasten met de voortzetting van een zaak
accidentiën bijkomende inkomsten
accorderen toewijzen, toestaan
achte dagen week
achtendeel achtste deel
achterdeel nadeel
achterwezen achterstand bij het ontvangen of betalen van gelden
acquyte kwitantie, kwijting
actum (Latijn) gedaan
ad idem (Latijn) met betrekking tot hetzelfde, insgelijks
ad primam ad primam (diem?) (Latijn): op de eerstkomende rechtsdag
adjuceren zie: adjugeren
adjugeren adjudiceren, toewijzen
admitteren toelaten (admissie: toelating, vergunning
advanceren bevorderen, vooruitgaan
advenant naar advenant van: al naar gelang
advertissement nadere, schriftelijke toelichting
advoyeren bevestigen, erkennen, goedkeuren
aequité, équité billijkheid
affirmatie bewering
afslag mindering, korting op een te betalen of te ontvangen bedrag
afwinnen van de hand het afkappen van de hand van een gedode als bewijsstuk (zie inleiding)
alimenteren voeden, voorzien in het levensonderhoud (alimentatie: verstrekken van levensonderhoud)
alinck geheel en al
allegatie betoog; aanhaling, citaat
allegeren, alligeren als argument aanvoeren
Allerheiligen kerkelijke feestdag, 1 november
als in de uitdrukking ‘up als rijpelicken gelet’: alles
alsdoen versterking van ‘toen’, dienend om de bedoelde tijd in het verleden met meer nadruk aan te wijzen
ambacht ook: rechtsdistrict
amende, emende boete, schadeloosstelling
ambachtsbewaarder bestuurder van een ambacht of polder
anno, annis (Latijn) in het jaar, in de jaren
annoteren van goederen: in beslag nemen (en inventariseren)
apparentelijk klaarblijkelijk
appelleren in appel gaan, beroep aantekenen (appellatie: actie van appelleren)
appointeren stipuleren, beslissen, besluiten
appointement beslissing
approberen goedkeuren
arbitraal, arbitralijk bij rechterlijk vonnis
arbitreren bij rechterlijk vonnis bepalen
arnementen de arnementen of arrementen aannemen: een afgebroken proces verder voeren
arresteren o.a.: in beslag nemen, beslag leggen op; arrest: beslaglegging
articule artikel
articuleren als rechtsterm: ordelijk, punt voor punt formuleren
assigneren aanwijzen
atterminatie uitstel van betaling
attestatie getuigenverklaring


B
Bamisse
kerkelijke feestdag van Sint Bavo, 1 oktober
banden buiten pijne ende banden van ijssere: zonder tortuur of marteling
beddebuyr beddentijk
beeldsnijder iemand die hout of ivoor bewerkt, ook: beeldhouwer in steen
begonst begonnen (volt. deelw.)
behelpen zich behelpen, gebruik maken, zich bedienen van
behouden behalve, afgezien van
behulp zie: behelpen
bekomen in bezit krijgen, verwerven, ontvangen
beleiden o.a.: voor het gerecht oproepen
beneficie voordeel; opbrengst
beneficie van inventaris recht om een nalatenschap pas te aanvaarden na inventarisatie van baten en schulden
beneficium divisionis ordinis et excussionis (Latijn) rechten die de aansprakelijkheid beperken van iemand die zich garant stelt: recht van schuldsplitsing, van volgorde van uitwinning en uitwinning (uitwinning: gebruik van de goederen van een schuldenaar voor het delgen van diens schulden)
beneficium velleiani (Latijn) uitzondering op grond waarvan een vrouw zich niet borg kan stellen voor anderen
bescheid ook: bewijsstuk
beso(i)gneren bespreken, onderhandelen, regelen
bewaren ook: waarnemen, vervullen (van een taak of plicht), iets in stand houden, niet verloren doen gaan
bewerden iemand laten bewerden: iemand laten begaan
bezetten in beslag nemen, in consigne houden, met een hypotheek bezwaren
blaffaard register, lijst met officiële opgaven en cijfers
blank (zn.) zilveren munt ter waarde van 3/4 stuiver of 6 duiten (1 duit = 2 penningen)
blijven aan of in blijven in het seggen van: berusten in de beslissing van
boul, boel boedel
bouleed, boeleed boedel-eed, zuiveringseed waarmee de boedelhouder de waarheid van de boedelinventaris bezweert.
braspenning zilveren munt ter waarde van 2½ groot?
broodweger beambte belast met de keuring en prijsbepaling van het brood
bruycken, brucken gebruiken
bus(se) ook: ambtsteken van een bode, met een afbeelding van het stadswapen; oorspr. een bus waarin documenten werden vervoerd


C
calculo salvo justo calculo
(Latijn): onder voorbehoud van juiste berekening
carolusgulden naar keizer Karel V genoemde munt, geslagen in de 16de eeuw, met een waarde van 20 stuivers
cas geval, zaak (in cas van: in geval van)
casseren vernietigen, te niet doen
cautie borg
cautie de demoliendo (m. Latijnse toevoeging): belofte een begonnen bouwwerk te slopen als dat van rechtswege nodig blijkt
cautie de restituendo (m. Latijnse toevoeging): garantie tot restitutie
cause oorzaak, reden; ter cause van: naar aanleiding van
cautionaris borgsteller
caveren borg staan, garant staan
certificatie bewijsstuk, schriftelijke verklaring
citeren ook: dagvaarden
civiel ook: beleefd
clacxs zonder voorbehoud
clockengeslach aanhoudend luiden van de klok
collecteur gaarder van belastingen
comen, coman koopman
commensaal kostganger
committeren opdragen, aanstellen
comparant aanwezige bij vergadering of akte
compareren verschijnen (voor gerecht, notaris of in vergadering)
comparitie het verschijnen (als voren)
compenseren beslissen dat en hoe de gerechtelijke kosten over de partijen worden verdeeld
competeren toekomen; gerechtigd zijn
comptoir kantoor
concerneren betreffen, aangaan
condempneren veroordelen
confesseren bekennen (confessie: bekentenis)
confessi, sub pena (Latijn) zie pena
conformité in confomité van: overeenkomstig
confrérie broederschap
consciëntie bewustzijn, kennis
consenteren toestemmen (consent: toestemming)
consigneren in bewaring geven
consort iemand die in een proces met andere genoemde personen tot dezelfde partij hoort
constitueren stellen, vaststellen
consuleren beraadslagen
contenteren tevreden stellen (ten contentemente, tot tevredenheid)
contentieus betwist, omstreden
continueren voortzetten, verdagen
contrarie tegengesteld, in strijd met; contrarie-certificatie: tegenverklaring
convent klooster
conventie overeenkomst; gebruikt in combinatie met 'reconventie' verwijst het naar het primair begonnen proces; reconventie verwijst naar het vervolgproces
converseren met omgaan met
convicti, sub pena (Latijn) zie pena
convinceren schuldig bevinden
costume gewoonterecht, lokaal recht
Sint-Crispiaensgilde, Crispijnsgilde schoenmakersgilde
cum expensis (Latijn) met de kosten
cum sociis (Latijn) met zijn bondgenoten of medestanders
cum suis (Latijn) met de zijnen / hunnen
custing zie kusting


D
daïngen, dadingen
bepleiten
dakroering symbolische handeling bij gerechtelijke aanvaarding van een huis, bestaande uit het trekken van wat riet uit het dak
decerneren vaststellen, besluiten
decisie beslissing
declarant hij die rekening doet of aflegt; soms ook: rekenplichtige
decollationis Joannis (Latijn) festum decollationis Joannis: feestdag van de onthoofding van Johannes de Doper, 29 augustus
deduceren uiteenzetten, te kennen geven, ontvouwen, verklaren
defaillant partij die verstek laat gaan, in gebreke blijft
defenderen verdedigen (defensie, defentie: verdediging)
delateren aanbrengen, verraden, verklikken (delatie, verraad)
delay, dilay uitstel
diligentie nauwgezetheid, ijver
demoliëren slopen
deposant getuige (depositie: getuigenis)
des(al)niettegenstaande in weerwil van genoemde omstandigheid of van wat gezegd is, desalniettemin
desolaat bij boedels en goederen: verwaarloosd (insolvent: failiet; desolatie, desolaetheyt: desolate toestand)
destineren bestemmen
devasteren verwoesten
different geschil
difficulteit moeilijkheid
diffinitivelicken definitief
diligenteren zich inspannen voor, bespoedigen
diligentie nauwgezetheid, nauwkeurigheid
diminutie vermindering
dingtaal geding; stukken waarmee een geding aanhangig wordt gemaakt; notulen van mondeling geding
discretie onderscheidingsvermogen, oordeel
disponeren beschikken (dispositie: beschikking)
divisionis beneficium divisionis (Latijn): recht van schuldsplitsing
doceren bewijzen, aantonen
doordien doordat
duit munt ter waarde van 2 penningen of 1/8 stuiver
dupliek schriftelijke reactie in 2de termijn


E
eligeren
uitkiezen
emende zie amende
employeren gebruiken
eodem die (Latijn) op dezelfde dag
eundem (Latijn) dezelfde (4de naamval)
ex officio (Latijn) ambtshalve
ex superabundanti (Latijn) ten overvloede
excederen overschrijden, te buiten gaan
exceptie uitzondering, niet-ontvankelijkheid; beroep hierop
excepto (Latijn) behalve
excipiëren zich verweren door beroep te doen op een 'exceptie'; voorbehoud maken
exclus (Frans) uitgesloten, niet inbegrepen
excussionis, excussie beneficium excussionis (Latijn): recht van excussie of uitwinning, d.i. het recht van een schuldeiser om eigendommen van een schuldenaar bij executie te laten verkopen
excijs accijns
excijsenaar ontvanger van de accijnzen
executeren ten uitvoer brengen (van een vonnis)
executie uitvoering van een vonnis (executabel: in rechte uitvoerbaar; executeur: uitvoerder van een vonnis)
exemple exempel, voorbeeld
exempt vrijgesteld
exemptie vrijstelling
exhiberen tonen
expediëren volbrengen, versturen
expireren ten einde lopen (expiratie: einde, het eindigen)
extraordinaris (Latijn) buitengewoon
exue recht dat geheven wordt door een stedelijk bestuur van erfenissen, die aan personen buiten de stad toevallen en van goederen die met hun eigenaar de stad verlaten.


F
facit
(Latijn) maakt (zoals aan het eind van een berekening)
faro, pharoo inlandse biersoort, oorspronkelijk van een sterk gehalte
faulte zie vaulte
fine, fyne eindpaal; ten tweede fine: in tweede termijn
flourté, velouté fluweelachtig zijden weefsel
fonderen funderen
forneren, furneren verschaffen, voorzien (gefurneert: voorzien van bewijsstukken)
franchijn, fransijn perkament


G
garant
ook: borgstelling
gebeurte beurt
gebieden ook: bekend maken
geboden ook: afkondigingen (kerkgeboden: afkondigingen in de kerk)
gecnocht zie knopen, cnopen
gecoft gekocht
gedragen zo zijn goed raad gedragen zal: zoals zijn raad het met zich meebrengt
geenrehande generlei
gehengen toestaan, dulden
gehouden verplicht
geleden (volt. deelw.) beleden, bekend (volt. deelwoord v. belijden, bekennen)
gemacht schaamdeel, lies
gemachtich gemachtigde, procureur, zaakwaarnemer
gemeen gemeenschappelijk, gezamenlijk
generaal, generalijk algemeen
gereed gereed geld: contant geld
gerieven helpen, van dienst zijn
getijden gebeden op vaste tijden; ook missen ter nagedachtenis aan een overledene
gevoegde derde partij die zich in een proces bij een van de andere partijen voegt
Sint-Gillis Sint Gillis of Egidius; kerkelijke feestdag: 1 september
go(o)dspenning geld, dat men bij het aangaan van koop of huur den armen ‘om Godswille’ gaf; later: handgeld tot bevestiging van een koop- of huurcontract
goede mannen arbiters
goeden meervoud van 'goed' (tegenwoordig: goederen)
gording dwarsverbinding aangebracht ter versteviging van dak of gewelf
grashuur weidehuur
grasroering symbolische handeling bij gerechtelijke aanvaarding van een stuk grond, bestaande uit het uitsteken van een graszode
greynen granen
groot (zn.) halve stuiver
grosseren maken van een grosse (grosse: net-exemplaar van een akte, bestemd voor uitgifte aan belanghebbende)


H
Halpoort
steeg naast de Vleeshal, later bekend als de (Grote) Halstraat
halsband halsketen
handtasting belofte met handslag of handdruk
heemraad leden van een waterschapsbestuur
Heilige Geest instelling belast met de armenzorg, gecoördineerd en geleid door Heillige-Geestmeesters; zij werden benoemd door de stad
heiningen (ww.) heinen, afsluiten
hem zich (wederkerig voornaamwoord)
hinc inde (Latijn) over en weer, van beide zijden
hoed ook: inhoudsmaat (1 hoed = 8 zakken)
hofbrand brandstof t.b.v. het Binnenhof
hofvaart, hoffaerd verzoek om advies door een gerecht aan een andere rechterlijke instantie
homan hoofdman
hypocras kruidenwijn; overdrachtelijk: boete ter verzoening
hypothekeren tot onderpand stellen (hypotheek: onderpand)
huiden heden; huidendag: vandaag
huiszitmeester vaker 'huiszittenmeester': persoon belast met de zorg voor thuiswonende armen.
huurwaar huurcontract
huyrcedulle schriftelijke huurovereenkomst


I
idem
(Latijn) dezelfde, hetzelfde; ad idem: tot dezelfde
ignorantie onwetendheid
illico (Latijn) terstond
impetrant rechtverkrijgende, rechthebbende, eiser
imponeren ook: bedrieglijk verklaren
impositie heffing, belasting
impost belasting
indistinctelijk zonder onderscheid
ingeleyt ingelegd, zie inleggen
injurie belediging (injurieus: beledigend)
inkassen bij metselwerk: het inpassen van nieuw metselwerk in daartoe ingehakte of uitgespaarde ruimten van bestaand metselwerk
inleggen speciaal: a. doen van een officieel verzoek tot genoegdoening door een beledigde partij b. storten van gerechtskosten vooraf of van een bepaalde garantiesom bij het raadplegen van deskundigen of arbiters; de term wordt ook gebruikt voor o.m. het opslaan (van wijn of bier) in de kelder (inlegging: akte van inleggen)
innocent onnozel
insereren invoegen; insertie: invoeging
ins(o)uffisant onvoldoende (van insouffisantheyt: van onvoldoende waarde)
insinueren aanzeggen, officieel aankondigen (insinuatie: aanzegging)
institueren instellen van een actie in rechten, deze aanvangen
intendit eis en conclusie in een proces
interdiceren verbieden
interdictie verbod
interlocutoir tussentijds (bv. bij een tussentijdse beslissing, waarin door de rechtbank nader onderzoek of bewijs wordt bevolen)
interest schadevergoeding; rente
intenteren instellen (van een rechtszaak, proces)
inventaris ook: lijst (en bij uitbreiding: het dossier) van de in een rechtsgeding geproduceerde stukken
irreverentie gebrek aan eerbied (irreverentelick: oneerbiedig)


J
Sint-Jacob kerkelijke feestdag: 25 juli
jegenwoordig tegenwoordig (ook wel: jegenwoordelijk)
Sint-Josephgilde gilde van timmerlieden en schrijnwerkers
judicium, juditium (Latijn) oordeel, rechtelijke uitspraak
in juditio (judicio) (Latijn) in rechte, voor het gerecht
juratoir, juratoer cautie juratoir: verzekering onder ede
jurisdictie rechtsmacht, rechtsgebied
justificatie rechtvaardiging
justificeren rechtvaardigen


K
Katherine(dag)
kerkelijke feestdag van Sint Catharina, 25 november; dag waarop de leden van de Haagse magistraat werden gekozen of herkozen.
kenning rechtsterm: rechtszaak en de verschillende fasen: getuigenverhoor, bewijslevering, verklaring van schepenen mbt onderzoek, oordeel, vonnis, kennisneming
kennip hennep
keur verordening
knopen, cnopen een kenning cnopen: een kenning tot stand brengen (voltooid deelwoord ook: gecnocht)
koecken keuken
koopbrief koopakte
kuys soort licht bier
kusting hypotheek; termijnbetaling i.v.m. hypotheekschuld


L
Lambrecti, Lamberti
kerkelijke feestdag van St. Lambertus, ook wel Lambrectus, 17 september
latitant voortvluchtig
lederen, laederen beschadigen, aantasten
leen ook: leuning
leidekker iemand die een dak met leien dekt, een leidak (leien dak) maakt
letten ook: beletten, hinderen ('wat let hem?')
lias pak aaneengeregen papieren
licht lichtopening, venster
Lichtmis Maria Lichtmis, kerkelijke feestdag, vallend op 2 februari
litispendentie exceptie van –: het verweer dat het gerecht niet ontvankelijk is, omdat het geschil nog aanhangig is bij een andere rechter en onbeslist.
luchter linker
lynierecht lijnrecht, linierecht


M
Sint-Maarten kerkelijke feestdag: 11 november
margen, mergen zie morgen
memorie gedachtenis; zielmis, mis voor het zielenheil van een overledene; zie ook getijde
memoriegoederen goederen ter bekostiging van kerkdiensten ter gedachtenis aan overledenen
menen ook: doelen op
mentionneren vermelden
mergen morgen; 's mergens: 's morgens
merk ook: handmerk, het teken dat iemand die niet kan schrijven bij wijze van ondertekening gebruikt
mertii martius, martii, martio (Latijn): maart, van maart, in maart
meuselaar zie moselaar
middelertijd in die tussentijd, inmiddels
millerees Portugese munt
misen kosten van het geding, proces en tenuitvoerlegging
mitsdezen door middel hiervan, bij dezen
mitsdien 1. inmiddels, ondertussen 2. daardoor, daarom, derhalve
mitsgaders daarbij, nog bovendien
modereren regelen, schikken (moderatie: regeling, schikking)
monteren belopen, bedragen
morgen ook: oppervlaktemaat
mo(u)selaar of meuselaars: een soort klein bier; soms ook moezelwijn
mo(u)veren bewegen, aansporen, aanzetten, bewegen
moyete moeite
mulcte boete
multer molenaarsloon
muniment bewijsstuk


N
naasten
gebruik maken van het recht om een al verkocht goed alsnog te verkrijgen en aldus in de plaats te treden van de oorspronkelijke koper.
naaster hij die naast
naastlaatst voorlaatst
nadien ook: aangezien
nademaal nadat, omdat
namaals nadien, later, naderhand
neffens naast
nochte noch, en ook niet
nomine uxoris (Latijn) namens zijn echtgenote
nomineren (be)noemen
notoer notoir, bekend


O
obligatie
schuldbekentenis
observeren waarnemen; in acht nemen
obtineren verkrijgen
occuperen bezetten; ook: optreden als procureur; zich occuperen: zich bezighouden
octroyeren toekennen, verlenen
octroye vergunning, recht
oculair, oculaer met het oog; inspectie oculaer: visueel onderzoek
oerbaer zie oorbaar
off af, afgedaan
officie, offitie, (Latijn: offitium, officium) 1. ambt (ex officio (Latijn): ambtshalve); 2. kerkdienst; ook de gelden die daarvoor betaald zijn
offslaen verminderen (‘offslaende dat..’: verminderd met wat.. ; offslaende solutum: verminderd met het al betaalde)
onbehaald zonder binding aan afspraken of eisen.
ongeld ongelden: onkosten, belastingen
onthyet, ontheet belofte, bevel, toestemming
Sint-Ontkommersgilde metselaarsgilde, naar de fictieve heilige Sint Ontkommer
ontwaring ontzetting uit de macht over iets; huur- of pachtopzegging
onvertogen zonder uitstel, ogenblikkelijk en buiten de gewone rechtszittingen
oorbaar [zn.) nut, profijt
oorlof toestemming, vergunning
oortje munt ter waarde van 2 duiten (= 4 penningen = 1/4 stuiver)
opender in opender (opener) vierschaer: in een openbare zitting van de vierschaar
openen ook: meedelen, bekend maken
opgaan ook: opengaan van vensters
ordinaris (Latijn) gewoon, regulier
ordinis beneficium ordinis (Latijn): recht van aanspreekorde
ordonnantie verordening
ordonneren gelasten, bevelen
overman persoon die bij een geschil in hoogste instantie als scheidsrechter optreedt
overmits door toedoen van, door middel van, ten gevolge van, krachtens, uit, om reden van, wegens, vanwege
overwulven overwelven
overwinnen ook: schuldig bevinden


P
pachtdag
vervaldag voor de betaling van pacht, renten of belastingen
pachtdaechsse pachtdaechsse kenninghe: kenning van of betreffende de pachtdag (= de betalingstermijn of vervaldag van pachtpenningen, renten en belastingen)
palfenier stalknecht, palfrenier
panding gerechtelijke beslaglegging
pandkering ook wel pandwering: verzet in rechte tegen panding
pari passu (Latijn) op gelijke voet
particulier bijzonder, afzonderlijk
paye(ment) betaling
pecunieel geldelijk
peilder, peiler beambte belast met het meten van de aanwezige hoeveelheid alcoholische drank, ter bepaling van de verschuldigde accijns
peine, pene op peine van: op straffe van
pelletier, peltyer bontwerker
pena sub pena confessi et convicti (Latijn): op straffe van te worden beschouwd als bekend hebbende en schuldig; in feite: op straffe van veroordeling zonder meer
peremptoir beslist, volledig, absoluut, definitief
persisteren volharden in
pertijen partijen
pharoo zie faro
porren aanzetten, aansporen
possesseur eigenaar, bezitter
possessie bezit
possideren possederen, bezitten
post primam post primam (diem?) (Latijn): na de eerste rechtsdag
pothuis klein, laag uitbouwsel aan een huis, aan straatzijde
predecesseur voorganger
preferentie als rechtsterm: voorrang van schuldeisers en schuldbekentenissen
prefereren als rechtsterm: voorrang geven aan schuldeisers
prefigeren van te voren vaststellen
prejudicie nadeel; zonder prejudicie van: zonder te willen vooruitlopen op
prejudiciëren benadelen
presentatie voorstelling, aanbieding; voorstel, aanbod
preservatie behoud, bescherming
prestatie afleggen (van een eed)
preter, praeter (Latijn) behalve
preuve bewijs
prima prima (die) (Latijn): op de eerste dag van de maand
prima facie (Latijn) op het eerste gezicht
primam ad primam, post primam (diem?) (Latijn): op de eerste rechtsdag, na de eerste rechtsdag
principaal voornaamste, eerste
privaat(huisje) WC (buitenshuis)
proberen ook: bewijzen
proclamatie openbare afkondiging
procreëren verwekken
procuratie bij procuratie: bij volmacht
procureur persoon die in een civiel proces partijen vertegenwoordigt, en met hun volmacht de proceshandelingen verricht, zonder evenwel als raadsman (advocaat) op te treden
productie het aanbrengen van rechtelijke stukken
prohiberen verbieden
promptis in promptis (Latijn): in contant geld (oorspr. in promptis pecuniis, in promptis denariis: in gerede gelden)
pronunc(h)iëren prononceren; in het openbaar uitspreken, uitspraak doen, beslissen; pronunciatie: (rechterlijke) uitspraak
properheyt o.a.: attentie, geschenk, snuisterij, sieraad
proponeren naar voren brengen, uiteenzetten, voorstellen
protestatie eed onder protestatie: eed onder voorbehoud
protesteren protest aantekenen
provideren voorzien
provisie ook: voorziening; bij provisie, provisioneel: op voorhand, voorlopig
provisoer, proviseur beheerder van de materiële zaken van een instelling


Q

qualité hoedanigheid, en vervolgens: ambt, functie, beroep
quetse ten minsten quetse van: met zo min mogelijk benadeling of schade voor


R
raaien
rooien, in rechte lijn lopen (als grens)
rabauwerij landloperij, schooierij
rappyer rapier, lange puntige degen
ratione officii (Latijn) ambtshalve
rantsoen ook: opgeld (percentage te betalen bij een veiling)
realijk daadwerkelijk, metterdaad
rechten (ww.) o.a.: in orde maken, goedmaken
recoleren verifiëren of bevestigen door nieuw onderzoek
reconventie procedure waarmee een tegeneis wordt gedaan door een verweerder in hetzelfde proces
recouvreren terugkrijgen
rectoer rector, hoofd van de 'grote' of Latijnse school
re(d)etrekker ambtenaar belast met het aanwijzen van de rooilijn
redimeren afkopen (redemptie: afkoop)
reëel, reaal ook: zakelijk
reformeren in hoger beroep herzien
refuys, refuus weigering; refuseren: weigeren
regard regard nemen: acht slaan op
regres beroep, verhaal; recht van beroep
reguleren hem reguleren: zich voegen naar
rejecteren verwerpen (rejectie: verwerping)
reliqua (Latijn) restant; reliqua doen: het overschot afdragen
remboursement terugbetaling
remitteren kwijtschelden
remonstrant hij die een remonstrantie (bezwaarschrift) indient
renunciëren afzien van (renunciatie: het afzien van)
renvoye, renvooi exceptie van renvoye: verweer op grond dat verwezen moet worden naar een ander gerecht met meer competentie
repliek schriftelijke reactie in 1e termijn
representatie ook: uiteenzetting
reproche verwijt
request, rekest verzoekschrift
request-civiel verzoek tijdens een proces om rekening te houden met een nieuw of vergeten feit
requirant eiser
requireren verzoeken, eisen
requisitie verzoek
resolveren besluiten
responderen antwoorden; responderen jegens; van zaken: uitzien, uitkomen op
restitueren teruggeven
retardement uitstel, vertraging; ook: de kosten daarvan
revoceren herroepen
reys, reis keer, maal
rigeur gestrengheid
rijpelijk ernstig, aandachtig, zorgvuldig
rodetrekker zie redetrekker
roede lengtemaat (gebruikelijk was de Rijnlandse roede: 3,767 m)
roeren iets aanroeren met woorden, van iets of gewag maken, iets behandelen
ropen roepen
rot (zn.) groep militairen; vaak hier: leden van de burgerwacht
rotgezellen hier vaak: leden van burgerwacht
ruimen ook: vertrekken
ruitergeld belasting geheven voor het onderhoud van krijgsvolk ('ruters'), zowel te voet als te paard
ruwen, rouwen behandeling van lakenstof, bestaande uit het rechtkammen van de wolhaartjes


S
salvo justo calculo
(Latijn) onder voorbehoud van juiste berekening
schaftgeld loon over een bepaalde werktijd
schelm schurk, boosdoener
schepenzoen verzoening voor het schepengerecht
schepenschultbrief schuldbekentenis gepasseerd voor het college van schepenen
schieten ook: graven (van een put, een sloot)
schip ook: sieraad in de vorm van een schip
schouw inspectie door het polderbestuur
schouwe, schoude open schuit, die wordt voortgestuwd door een vaarstok of -vaarboom
schrijnwerker maker van (fijn) kasten- en meubelwerk
schuldbrief akte van schuldbekentenis
schuldig ook: verplicht
schuthok hok waar vee wordt ingesloten
schuwen ook: voorkomen
Sebastiaan, Sint kerkelijke feestdag, 20 januari
scriptis in scriptis (Latijn): in geschrifte
secreet geheim
sententiëren vonnis wijzen
sociis cum sociis (Latijn): met bondgenoten of medestanders
slinker linker
solem(p)neel, -elijk plechtig
spolie inbeslagneming, beslaglegging
spruyten uuyt spruiten uit: voortkomen, voortspruiten, ontstaan
stadhouden stand houden
standvink staande steunbalk
state, staat een zaak in state stellen: vaststellen dat een zaak in staat van wijzen is, d.i. rijp voor een oordeel
statueren vaststellen, verordenen
steden vaststellen, bepalen
stilo communi (Latijn) naar de algemeen gebruikelijke kalenderstijl die bepaalde wanneer het nieuwe jaar begon (in Holland viel nieuwjaarsdag op 1 januari)
stilo romano (Latijn) naar de kerststijl (waarbij het nieuwe jaar op 25 december begint)
stoppen dichtmaken
stoutelijk vermeten, brutaal
sub pena confessi et convicti (Latijn) op straffe van zonder meer bevonden te worden als bekend hebbende en schuldig zijnde
subjectie macht, heerschappij
submitteren onderwerpen (submissie: onderwerping)
substitueren zich laten vervangen door een gemachtige of lasthebber bij de uitvoering van een taak of de uitoefening van een recht
superabundanti ex superabundanti (Latijn): ten overvloede
suffisant voldoende
suis cum suis (Latijn): met de zijnen of hunnen
suppliant verzoeker, indiener verzoekschrift
suppoost in Den Haag: persoon die ambtelijk of anderszins verbonden was aan een van de hogere bestuursorganen die daar zetelden
supra ut supra (Latijn): als boven
surc(h)eren uitstellen, opschorten
surrogeren vervangen; aanstellen als plaatsvervanger
sustineren beweren, aanvoeren


T
talman, taalman
advocaat, procureur, vertegenwoordiger van een partij in een juridisch proces (mv. talluyden of -lyeden)
tauxeren taxeren, schatten; tauxatie: taxatie, schatting
teneinde met het doel om
tenwa(e)re, tenzij
termineren beëindigen
testoen zilveren munt
tevreden ook: bereid
teynden, tenden aan het eind van
titule titel
tnegentig negentig
transfigeren, transfixeren vastmaken aan een andere perkamenten akte
tiend ook: teen, twijg
tracteren onderhandelen
trezoor schat; schatkist, bergmeubel
trezorier schatbewaarder, penningmeester; in een stad: functionaris belast met het beheer van de geldkas
trouble (zn.) troebelen, onrust veroorzaakt door oorlogshandelingen
turbe verklaring door een groep getuigen
tuycht (ge)tuycht bij eede: als getuige een verklaring afleggen
tzestich, tzeventich zestig, zeventig


U
uitbrengen
voortbrengen, opbrengen, opleveren
uitdagen dagvaarden, oproepen iets te doen; in rechte opeisen
uitdragende uitdragende rechtsdag: laatste beslissende rechtsdag
uiten de kenning uiten: het proces afdoen, beslissen
uitlegging ook: voorschot op een verplichte bijdrage; het voorschot werd later teruggevorderd, doorgaans met een strafboete
uitroepen openbaar bekend maken, omroepen; uitroeper: de stedelijke omroeper; uitroeping: de openbare bekendmaking
ultimus (Latijn) laatste (ultimus, -a, -um)
ut supra (Latijn) als boven
upheve heffing, belasting
uxoris zie nomine uxoris (uit naam van de echtgenote)


V
vacatie
aanwezigheid bij gerechtelijke handeling; vergoeding hiervoor
val een soort klein, licht bier (mogelijk van Zeeuwse oorsprong)
vastenavond Vastenavond, vooravond van de 40-daagse vasten, voorafgaand aan Pasen. Pasen viel in 1576 op 22 april en Vastenavond op dinsdag 13 maart.
vaulte, voute gewelf
vehement heftig, hevig
verantwoorden (van goederen of gelden) ook: beschermen, verdedigen tegen aanspraken, ervoor aansprakelijk zijn
verdonkeren o.a.: uit het zicht raken
vermogen naar vermogen: krachtens
verschieten voorschieten (volt. deelw. verschoten: voorgeschoten))
verschuldigen ook: vergelden, belonen
verde soe verde: zo verre
verdonkeren verduisteren, aan het zicht onttrekken
verdragen kwijtschelden, ontslaan van
verlijden opmaken, passeren van een akte
verspieden zien, ontdekken
versteken op versteken, lees: op pene van versteken, op straffe van (het recht) te verliezen
verte (Latijn) zie ommezijde (z.o.z.)
vervallen voldoen, opbrengen, betalen
vervorderen hem vervorderen te: zich aanzetten tot; overgaan tot
verwin gerechtelijke toewijzing van vruchtgebruik
vestigiën sporen
veynster venster
vierschaar rechtbank, schepenbank
vidimus (Latijn voor ‘wij hebben [het] gezien’): gelegaliseerd afschrift van een oorkonde
vinder officiële scheidsrechter bij economische geschillen
visiteren onderzoeken, zoals door een medicus; visitatie: onderzoek
vlieger ook: lang bovenkleed met hoog opstaande kraag en wijde mouwen aan de bovenkant, speciaal gedragen door gehuwde vrouwen
volbodig bereid
voldingen van een proces: ten einde toe uitvoeren, beslissen
voldoens om alle voldoens wille: ter wille van een redelijke afdoening
volgen iemand iets laten volgen: iemand iets doen toekomen
voorspraak woordvoerder namens een partij voor het gerecht, zoals onder meer een advocaat of procureur
vrijen vrijmaken, bevrijden


W
waerjegens
waartegen
webben (bijv. nw) (fijn) linnen
webbeken (zn.) weefsel, zoals een geweven gordel, band of haarsnoer
wedde aan het wedde gaan: een bod doen tot onderpand van een bewering; een bepaalde som inleggen om een geschil aan het gerecht voor te leggen
wederomme ook: wederkerig, omgekeerd
we(e)te ook: officiële kennisgeving
wittachtig variant van wetachtig: voor het gerecht geloofwaardig
woning ook: boerderij met aanhorigheden’
wulfsel gewelf
wijnverlater beambte belast met het overtappen van wijn van het ene vat in het andere (ter bepaling van de verschuldigde accijns) en met de ontvangst en aflevering van wijn


Y
yegelijk
iegelijk: ieder, wie het ook zij
ypocras zie hypocras
ypoteecke, hypotheek
ypotequeren hypotekeren


Z
zwaar
ook: met het voorgeschreven gewicht